Vroeger kon je dat nog wel (autisme en energiebalans)

[vc_row][vc_column][gem_image disable_lightbox=”1″ src=”25064″][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/2″][vc_column_text]Het overkomt me vaak dat mensen ongelovig kijken als ik zeg dat ik autistisch ben. Ik heb namelijk een baan, een huis, kinderen, een vriendin en ik onderneem geregeld iets leuks. De keerzijde is voor hen onzichtbaar en onbegrijpelijk. Hoe ik bijvoorbeeld meerdere avonden in de week niet eens in staat ben om een gesprek te voeren met mijn vriendin of om een appje te versturen naar een vriend. Autisme zie je niet, maar ermee leven kost veel energie. Als dat op is, doen mijn hersens het niet. Zelfstandig functioneren wordt onmogelijk.

Voor mijn omgeving is dat frustrerend. Het ene moment ga ik vol zelfvertrouwen een discussie aan over een ingewikkeld onderwerp en het volgende moment begrijp ik niet wat met de vraag ‘hoe was het vandaag op je werk?’ wordt bedoeld. De ene dag neem ik initiatieven en zie ik oplossingen waar anderen die niet zien. De andere dag ben ik hulpeloos en heb ik iemand nodig die mij in alles leidt.[/vc_column_text][vc_column_text]Omgaan met prikkels

Prikkels komen bij mij tegelijk en ongefilterd binnen. Sommigen zelfs extra sterk, zoals geluiden, licht, emoties en spanning. Iedere prikkel moet ik verwerken. Dat noem ik ‘puzzelen’. Elk woord, ieder gebaar en al het andere voorzie ik van betekenis. Bewust. Waar hoort het bij? Is het belangrijk? Om goed te kunnen puzzelen heb ik schakeltijd nodig. Soms duurt dat kort, maar soms ook lang. Dan realiseer ik me pas uren later dat iemand mij op straat gedag zei of dat mijn vriendin me een vraag had gesteld.

Zolang de informatie nog niet verwerkt is, stapelt het zich op. Ik noem dat een ‘vol hoofd’. Hoe voller mijn hoofd, hoe meer energie alles kost. Vergelijk het met een huis. Als alles netjes is opgeruimd kost het minder tijd en moeite om spullen terug te vinden. Ik heb manieren ontwikkeld om met mijn prikkelverwerking om te gaan. Net zoals jij manieren hebt om spullen op te bergen in je huis. Dit kost mij doorlopend energie. In mijn hoofd gaat het om veel informatie die de juiste plek moet krijgen, in een wereld die dat niet gewend is en daar niet op wil wachten.[/vc_column_text][vc_column_text]Energiebalans

Mijn woorden “ik ben moe” betekenen dat mijn hersens nauwelijks meer functioneren. Het is daardoor onmogelijk om alle prikkels van elkaar te onderscheiden. Ik kan jouw woorden niet meer vertalen naar iets wat ik begrijp en mijn woorden niet vertalen naar iets wat jij begrijpt. Het lukt me niet om intense prikkels te negeren of om sociaal geaccepteerd te reageren. Een meltdown is nu dichtbij en ik ben volledig afhankelijk van het begrip van mijn omgeving. Dat ze mij helpen het aantal prikkels zo laag mogelijk te houden.

Ook bij mijn kinderen zie ik de behoefte aan rust en stilte na een schooldag of een feestje. De psychiater zei deze week over mijn dochter: “Van de buitenkant is het onzichtbaar, maar in haar hoofd werkt ze keihard. Ze lijkt lui, maar in werkelijkheid loopt ze op haar tenen”. Iedere dag na school ligt ze minstens twee uur in het donker bij te komen. Dat heeft ze nodig en die rust gun ik haar, maar ik gun haar zoveel meer. Mezelf ook trouwens. Daarom zet ik vijf redenen op een rij waarom ik snel moe word en hoe ik me kan opladen.[/vc_column_text][vc_column_text]1. Omgeving met prikkels

Een druk winkelcentrum, een autoweg, Schiphol. Vooral plaatsen met veel mensen en/of veel geluid zorgen bij mij voor veel intense prikkels. Ik probeer me dan te focussen op één taak, bijvoorbeeld luisteren naar mijn gesprekspartner of het zoeken van de juiste route. Meestal duurt het niet lang voordat ik uitgeput raak. Het is een rotgevoel als je door je vriendin bij de hand moet worden genomen en naar een rustige plek worden geleid. Ook voor haar trouwens. Daarna duurt het een tijd voordat ik weer fit ben. Niet alleen moet ik bijtanken, ik moet ook alle prikkels nog verwerken. Daar komt de schaamte nog bij. Nog meer prikkels en geen energie om er tegen te vechten.[/vc_column_text][vc_column_text]2. Communicatie

Tijdens een gesprek let ik op woorden, toon, gezichtsuitdrukkingen, bewegingen. Van al deze informatie bepaal ik de betekenis en samenhang, terwijl ik tegelijk zoek naar de context. Daarnaast besteed ik aandacht aan mijn eigen non verbale communicatie. Mensen geven betekenis aan dingen als oogcontact, timing, houding en volume. Ondertussen loop ik alle bij mij bekende sociale regels af. Wat wordt er bedoeld? Hoe moet ik reageren? Als het misgaat wordt het mij kwalijk genomen, met soms ernstige gevolgen. Vergis je niet. Misverstanden herstellen vergt nog meer communicatie. Het put me uit. Urenlang analyseer ik het misverstand om het voortaan te voorkomen.[/vc_column_text][vc_column_text]3. Maskeren

De hele dag voel en ervaar ik dingen die ik verberg. Bijvoorbeeld paniek bij veranderingen of pijn bij geluid. Dit onderdruk ik omdat ik het anders weer uit moet leggen en naar bekende waardeoordelen moet luisteren. Ik heb al 17.159 keer gehoord ‘dat ik er maar mee moet leren leven’, of dat ik maar had moeten opletten als ik iets niet begrijp. Dus doe ik alsof. Maar ook als er niets aan de hand is moet ik alert zijn. Als ik me focus straal ik boosheid uit of staar ik mensen aan. Als ik me ontspan dan straal ik desinteresse uit, of verdriet. Dat moet ik dan weer uitleggen. Dus besteed ik veel energie om te voorkomen dat ik leegloop op zinloze energieslurpende gesprekken.[/vc_column_text][/vc_column][vc_column width=”1/2″][vc_column_text]4. Sociale bijeenkomsten

Wanneer ik met een grotere groep mensen ben dan heb ik zowel te maken met een omgeving met veel prikkels als met communicatie als met maskeren. Meestal is het maximaal haalbare dat ik met één persoon tegelijk praat en overige prikkels negeer. Of ik luister naar iedereen tegelijk en praat verder niet mee. Het kost al mijn energie. Ik besef dat er op die momenten een socialere en gezelligere houding van mij wordt verwacht en val vrijwel altijd door de mand. Hoe beter ik mijn best doe, hoe langer ik moet herstellen. Soms uren, vaak dagen.[/vc_column_text][vc_column_text]5. Onvoorziene veranderingen

Iedere ochtend als ik uit bed stap heb ik de hele dag al in mijn hoofd afgespeeld. Daardoor weet ik wat ik kan verwachten en hoe ik daar mee om moet gaan. In goede doen heb ik zelfs alternatieven voorbereid. Wat als dit ene niet doorgaat of dat andere anders verloopt? Het volgen van het script in mijn hoofd kost weinig energie. Vergelijk het weer met een huis. Als je vooraf weet wat je nodig hebt en waar het ligt, dan kost het veel minder moeite om iets te pakken dan wanneer je iets zoekt dat je nog nooit hebt gezien en waarvan je niet weet waar het ligt.

Dankzij die voorbereiding weet ik hoeveel energie ik nodig heb die dag. Geen exacte getallen natuurlijk, maar ik weet wel of ik tussendoor nog een e-mail kan beantwoorden of het bed kan verschonen. Verandert er ineens iets in planning, dan kan ik niet inschatten hoeveel energie dit gaat kosten. Zijn er veel prikkels? Moet ik communiceren? Hoe gaan mensen reageren? Houd ik nog genoeg energie over voor andere afspraken die ik heb staan? Ik raak al in paniek bij de gedachte dat ik moe iets moet afzeggen en uitleggen zonder voorbereiding.[/vc_column_text][vc_column_text]Bijtanken

Natuurlijk helpt het als ik vermoeiende activiteiten vermijd. Niet in discussie gaan, star vasthouden aan mijn planning, thuis blijven. Dat kan niet altijd en dat wil ik meestal niet. Gelukkig zijn er manieren om bij te tanken. Een blog als deze schrijven helpt mij om mijn hoofd op te ruimen. Ik houd mijn lichaam in goede conditie. Als mijn hersens niet meer werken, kan ik fysiek mijn steentje bijdragen. Goed slapen is natuurlijk belangrijk, tegenwoordig lukt dat. Gelukkig zijn er ook activiteiten waar ik energie van krijg. Zowel op het werk als privé.

Denk daarbij aan samen iets ontdekken of bereiken, voor naasten zorgen, verbinding voelen. Dat kan ik helaas niet alleen. Voor anderen is het moeilijk te begrijpen dat ik te moe ben om vragen te beantwoorden, maar wel uitgebreid kan koken. Dat heb ik namelijk voorbereid en het geeft weinig prikkels. Zo neem ik op mijn werk soms een extra taak op me om het vele schakelen te compenseren.

Het scheelt mij veel energie als ik direct word geloofd als ik aangeef wat ik wel aankan en wat niet, ook al klinkt het misschien onlogisch.[/vc_column_text][vc_column_text]“Maar vroeger kon je dat nog wel”

Er was een tijd dat ik mijn administratie op orde had, klussen in huis zelfstandig uitvoerde en mijn fiets goed onderhield. Ik had mijn leven op orde. Nu moeten anderen mij eraan herinneren dat ik een afspraak maak met de kapper of de tandarts. Of mij vertellen dat ik voor de 7e keer deze week hetzelfde vergeet. Voor het lezen van een boek heb ik zelden puf en ik heb veel rust nodig. Dat frustreert mij regelmatig.

in 2018 ben ik verhuisd. Daarmee verdween een groot deel van mijn routine. Ik begrijp mensen die mij erop wijzen dat ik het vroeger allemaal wel kon. De waarheid is dat ik toen veel minder deed. Ik was altijd thuis, had naast het werk nauwelijks verplichtingen en er gebeurde zelden iets onverwachts. Toen paste dat bij mij, maar ook toen had ik veel niet op orde. Taken in en om het huis hadden nooit mijn aandacht, net als kleding, uiterlijk en comfort. Nu wel. Ook een lat-relatie kost meer energie. Net als twee kinderen die, net als ik, met hun autisme worstelen.

Spontaniteit is belangrijker geworden. Ik zoek vaker nieuwe ervaringen op. En daarmee mijn grenzen. Dat heeft geleid tot een andere routine. Ik verbruik nu meer energie, maar geniet daardoor meer van het leven. Vroeger kon ik bepaalde dingen wel die ik nu niet kan. Doordat mijn omgeving dat steeds makkelijker accepteert, is dat niet erg. En met hun steun vind ik misschien een nog betere energiebalans. Ik hoop het.[/vc_column_text][vc_column_text]Meer lezen over autisme en energieverbruik?

Klik op een van deze onderstaande links:

 

Bron: Dit is ook autisme[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][gem_divider margin_top=”10″][/vc_column][/vc_row]

Een sensorisch waardevolle omgeving voor Marco

[vc_row][vc_column][gem_image disable_lightbox=”1″ src=”25046″][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/2″][vc_column_text]

Image by David Mark from Pixabay

[/vc_column_text][vc_column_text]Robert de Hoog, fysiotherapeut, SI-deskundige, consulent CCE, docent, auteur

Een tbs-kliniek is mogelijk niet de eerste locatie waar je een SI-specialist zou verwachten. Via het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE, zie ‘samen zoeken naar nieuw perspectief’) is dat echter zeer wel mogelijk omdat zij binnen alle zorg- en onderwijssectoren opereren. Samen met de coördinator van het CCE en een gespecialiseerd pedagoog leerde ik Marco kennen. Marco is een man van middelbare leeftijd met een verstandelijke beperking en persoonlijkheidsproblemen. Hij is opgegroeid in een onveilig, chaotisch en problematisch gezin. Marco verblijft al vele jaren in een tbs-kliniek voor Langdurige Forensische Psychiatrische Zorg (LFPZ).[/vc_column_text][vc_column_text]Samen zoeken naar nieuw perspectief
CCE is partner van zorgprofessionals en biedt expertise over ernstig probleemgedrag bij mensen die langdurig professionele zorg en ondersteuning nodig hebben. Daar waar professionals vastlopen en de kwaliteit van bestaan van de cliënt ernstig onder druk staat, zoeken professionals en CCE gezamenlijk naar nieuw perspectief. Kijk voor meer informatie op www.cce.nl.[/vc_column_text][/vc_column][vc_column width=”1/2″][vc_empty_space height=”40″][vc_column_text]Hulpvraag en onderzoeksopzet

De vragen die aan het CCE werden gesteld:

  • Hoe zorgen we ervoor dat Marco stabieler wordt?
  • Is er een manier om hem minder individueel te begeleiden zodat hij de begeleiding minder uitput?
  • Wat vraagt Marco eigenlijk van ons?

Samen met het team van de instelling zijn we Marco uitgebreid in kaart gaan brengen. Voor het onderzoek naar de prikkelverwerking heb ik gebruik gemaakt van dossieronderzoek, een gesprek met de begeleider over het verloop van de dagelijks terugkerende handelingen en de Sensory Profilevragenlijst. Ook zijn gesprekken gevoerd en observaties gedaan.

Lees verder >

Bron: Prikkeltijdschrift[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][gem_divider margin_top=”10″][/vc_column][/vc_row]

Aantal thuiszitters is wéér gestegen

[vc_row][vc_column][gem_image disable_lightbox=”1″ src=”24923″][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/2″][vc_column_text]Het aantal thuiszitters blijft stijgen. Balans en de NVA vinden dit onacceptabel.

Uit recente cijfers blijkt dat het aantal thuiszitters vorig schooljaar wederom is gestegen, met 267. In het hele schooljaar 2017-2018 zaten in totaal 4479 jongeren langer dan drie maanden thuis. Dat waren er in 2016-2017 nog 4212.

Minister Arie Slob (ChristenUnie) voor basis- en voortgezet onderwijs liet gisteren weten ‘ontevreden’ te zijn over de aanhoudende stijging van het aantal thuiszitters. Hij kondigde nieuwe maatregelen aan. Zo komt er in iedere regio een ‘regisseur’ die knopen kan doorhakken als een leerling langere tijd niet naar school gaat. Dit kan een voorzitter van een samenwerkingsverband zijn, maar ook een gemeente-ambtenaar.[/vc_column_text][vc_column_text]Doorzettingsmacht
‘Balans en de Nederlandse Vereniging voor Autisme delen al jaren de zorgen van de minister om het aantal thuiszitters’, zegt woordvoerder Joli Luijckx.[/vc_column_text][gem_divider margin_top=”35″][gem_quote style=”2″ no_paddings=”1″]

‘Wij hopen dat de regisseurs die nu worden aangesteld volledige doorzettingsmacht krijgen. Zodat de vraag wat een kind écht nodig heeft centraal komt te staan. En niet, zoals nu vaak het geval is, wie wat gaat betalen en of de beste oplossing wel uitvoerbaar is. Wij blijven de maatregelen van de minister volgen en hopen dat zij ervoor gaan zorgen dat het aantal thuiszitters nu daadwerkelijk afneemt.’

[/gem_quote][gem_divider margin_top=”-32″][/vc_column][vc_column width=”1/2″][vc_column_text]Precies een jaar geleden trok minister Slob in een brief aan de Tweede Kamer ook al aan de bel omdat het aantal thuiszitters niet afnam terwijl het aantal vrijstellingen bleef stijgen. Hij noemde dit toen ‘onacceptabel’.[/vc_column_text][vc_column_text]Thuiszitterspact
Nu blijkt dat het aantal thuiszitters sindsdien wederom is gestegen. Dit is opmerkelijk gezien de doelstellingen van het in 2016 gesloten landelijk Thuiszitterspact tussen drie ministeries (Onderwijs, Volksgezondheid en Justitie en Veiligheid), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de PO- en VO-raad. Volgens dit pact mag er in 2020 geen enkele leerling langer dan drie maanden thuiszitten.

Geschat wordt dat eenderde van de thuiszitters autisme heeft. Het terugdringen van het aantal thuiszitters is één van de belangrijkste doelen van het in 2014 ingevoerde passend onderwijs.

Bron: Balans[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][gem_divider margin_top=”10″][/vc_column][/vc_row]

Autisme & Overprikkeling

[vc_row][vc_column][gem_image disable_lightbox=”1″ src=”24950″][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]Heb je autisme dan ben je bekend met het fenomeen “overprikkeling”.

Overprikkeling wordt vaak ervaren als gevolg van het hebben van autisme.

Overprikkeling is een stress response reactie van het lichaam. Het betekent dat er meer prikkels binnenkomen dan er op dat moment verwerkt kunnen worden. Het brein krijgt een signaal dat de situatie “onveilig” is en zal alles in werking zetten om “te overleven”. Dit is een onbewust proces waar je, zoals veel mensen met autisme zullen beamen, weinig tot geen controle op hebt als dit je overkomt. Ook mensen met andere kwetsbaarheden zoals hoog gevoeligheid, ADD, ADHD en mensen die doorgaans nergens last van hebben kennen dit mechanisme. De processen die spelen zijn universeel en gelden voor zowel de dierenwereld als onze mensenwereld.

De recente kennis over het ontstaan van stress en de effecten hiervan op lichamelijk en geestelijk welzijn geven meer dan ooit de noodzaak aan ook vanuit die uitgangspunten naar autisme te kijken. Er is een toename van wetenschappelijk bewijs over de invloed van stress op het menselijk gedrag en de hiermee gepaard gaande emoties.[/vc_column_text][vc_column_text]Opvattingen rond autisme
Nog steeds worden mensen autisme therapieën en behandelingen geboden die gebaseerd zijn op verouderde opvattingen rond autisme waarbij de belangrijkste overlap is dat autisme een statisch defect is waar weinig aan te doen is.

  • De eerste opvatting (Kanner, 1943; Asperger, 1944): autisme wordt veroorzaakt door de opvoeding, vooral door de moeder.
  • De tweede opvatting (diverse onderzoekers 1980): autisme is een defect.
    Dagelijks horen wij hier nog voorbeelden van zoals onlangs op een congres voor GGZ professionals de vraag werd gesteld: ‘Kunnen mensen met autisme wel iets leren?’ Ook de visie van organisaties die ondersteuning en begeleiding bieden aan mensen met autisme maar zelf geen mensen met autisme in dienst hebben mag wat ons betreft wel vernieuwd. Evenals schoolsystemen waarbij er een zeer uniforme gestructureerde werkwijze voor alle kinderen met autisme gehanteerd wordt. Het wordt hoog tijd dat studieboeken rond autisme worden herschreven met daarin de laatste wetenschappelijke kennis zodat we eindelijk eens afscheid kunnen nemen van deze oude generaliserende denkwijzen.

[/vc_column_text][vc_column_text]Martine Delfos heeft als eerste genoemd dat autisme geen defect is maar een vertraging of versnelling in de ontwikkeling die loopt via meerdere schakels. Vooral mensen met autisme herkennen zich in deze visie die ontwikkelingsgericht is en daarmee een hoopvolle voor veel ouders van kinderen met autisme en mensen met autisme zelf.

De invloed van stress op welzijn en functioneren
Sinds 2008 maken wij binnen de Autismeacademie ook de koppeling naar de invloed van stress op welzijn en functioneren.

Wij onderscheiden 3 fases Neutrale fase | Groen
Het gaat goed met de persoon. Hij of zij is rustig, redelijk en overziet wat hij of zij doet en voelt. In deze fase kan iemand goed functioneren, lijkt problemen te overzien en emoties zijn onder controle. Samenvattend, men is goed in staat om weloverwogen beslissingen en afspraken te maken.

Stress fase | Oranje tot Rood
In deze fase heeft de persoon een teveel aan prikkels en informatie te verwerken gekregen. De stress die een persoon ervaart hoeft voor een buitenstaander niet altijd zichtbaar te zijn. De stressreactie kan een gevolg zijn van een externe informatiebron (een onaangename gebeurtenis of informatie) of van een interne informatiebron (denken aan iets wat gisteren verkeerd is gegaan of morgen verkeerd zal gaan).

Vaak ervaart de buitenwereld dit gedrag als ongewenst en ongepast. Een persoon die in deze stressfase verkeert, heeft beperkt regie over de (uitingen) van de eigen emoties. Deze emoties nemen de overhand en kleuren de gedachten verder in. Hieruit concluderend, komen deze uitingen bij extreme stress meer voort uit onmacht dan uit onwil. Het gedrag ontstaat door de situatie of omstandigheden waarin iemand zich bevindt.

Uitputtingsfase | Rood
In deze laatste fase gaat het “denken” uit en kan een burn-out of een depressie volgen. Het immuunsysteem staat ernstig onderdruk met de kans op ziekten op het gebied van hart- en vaatziekten en stoornissen van het spijsverteringstelsel (Nervus Vagus). Stress is een sluipmoordenaar (Capel). Chronische stress heeft een negatieve invloed op het verouderingsproces en herstelprocessen bij ziekten.

Chronische stress brengt blijvende veranderingen in het DNA met zich mee en dit kan zich zelfs uiten bij een volgende generatie. Iedere seconde stress ondermijnt het immuunsysteem met alle gevolgen van dien. Veel klachten op het gebied van slaap, eetlust, spijsvertering en het omgaan met prikkels hebben hun oorsprong in het psychische (van der Kolk) en uiten zich in fysieke.

In het vrij nieuwe wetenschappelijke gebied Epigenetica (Capel) wordt hier onderzoek naar gedaan. Hierdoor wordt steeds meer duidelijk welke enorme impact stress op ons leven heeft.

Wij stellen dat indien iemand met autisme weinig stress ervaart goed tot optimaal kan functioneren. Iemand die veel stress ervaart functioneert moeizaam. Dit uit zich vaak in, voor de buitenwereld en voor de persoon met autisme zelf onbegrepen, gedrag en totale uitputting voor hem of haar.

[/vc_column_text][vc_single_image image=”24954″ img_size=”” alignment=”center”][vc_column_text]De werking van het brein
Op het moment dat wij stress ervaren, komt er in ons lichaam een geautomatiseerd proces op gang. De ervaring van zo’n stressreactie kan bij iedereen verschillend zijn, maar het ontstaan van een stressreactie komt voort vanuit ons automatische en onbewuste taxatiesysteem (8) met als enig doel: het overleven.
Het overlevingssysteem handelt vanuit de overtuiging “eet het mij, of eet ik het”. Tijdens dit proces ben je tot weinig of geen denkvermogen in staat. De prioriteit ligt op het “reageren” in plaats op het “denken”. De subcortiale hersenen (Ogden) nemen de regie over want jouw lichaam en geest bevinden zich in een vecht-vlucht- of verstijf respons. Deze reactie stelt de mens al sinds de oertijd in staat om snel en adequaat te reageren op (denkbeeldige) gevaarlijke situaties.

Om de werking van het brein in relatie tot stress te kunnen begrijpen dienen we ook in zicht te krijgen hoe ons brein werkt. De belangrijkste taak van onze hersenen is om ons in leven te houden.

Het drie-enige brein
Omdat ook de wetenschap nog niet exact kan beschrijven hoe ons brein precies informatie verwerkt wordt het hier beperkt middels een eenvoudig model van het drie-enige brein.

Onze hersenen zijn grofweg in te delen in drie hersengebieden.  De hersenen werken als samenhangend geheel maar dienen tegelijkertijd elk hun eigen doel.
Het drie-enige brein bestaat uit het reptielenbrein, het limbisch systeem en de neo cortex.

Neo Cortex
De neo cortex is het denkende deel van ons brein en tevens het jongste deel van ons brein. Evolutionair gezien dusdanig jong dat er nog niet veel bedrading is tussen dit brein en het limbisch systeem. Het is verantwoordelijk voor de cognitieve verwerking, denken, taal, beredeneren, besluitvorming en zelfreflectie.

De neo cortex stelt ons in staat tot zingeving en vorm te geven aan ons leven.
Dit deel van het brein is erg gevoelig voor stress en laat zich bij de geringste vorm
hiervan “kapen” door het limbische- en reptielenbrein. Vanwege de weinige, relatief “nieuwe” bedrading is de neocortex niet opgewassen tegen de krachten vanuit het limbisch systeem en heeft dus op dat moment nauwelijks tot geen regie. Op dat moment is het denken van weinig tot geen invloed.

Het limbisch brein
Het limbisch brein is het gedeelte waar onze emoties gegenereerd worden. Het zorgt ervoor dat we emoties kunnen ervaren, zorg voor sociale betrokkenheid en gehechtheid en labelt eerdere ervaringen op als veilig of onveilig. De ontwikkeling van dit deel van het brein vindt plaats door onze interactie met onze omgeving. Professor Dr. Bessel van der Kolk12, één van werelds meest vooraanstaande onderzoekers op het gebied van trauma gerelateerde stress, stelt dat het limbisch gedeelte van het brein wordt gevormd op een gebruiksafhankelijke manier. Groei je op in een veilige omgeving (veilige hechting) dan zal het brein een standaard instelling vormen die gebaseerd is op veiligheid en vertrouwen. Groei je op in een omgeving waarbij het onveilig is of waarin je je onbewust of bewust ongewenst voelt (onveilige hechting) zal dit de standaard instelling vormen en raak je gespecialiseerd in het ervaren van gevoelens van angst.

Het Limbisch brein geeft instructies aan je lichaam passend te reageren op de manier waarop het brein ontwikkeld is. Of dit vanuit de neo cortex gezien altijd de meest handige handelingen zijn valt te betwijfelen maar daar houdt het limbisch systeem geen rekening mee. Onze neo cortex krijgt de informatie pas later. Helaas is dan het kwaad al geschied en het zal herkenbaar zijn dat we vervolgens spijt wel eens spijt krijgen van onze gedragingen.

Het reptielenbrein
Het reptielenbrein is het oudste deel van het brein en werkt instinctief en automatisch.
Het reptielenbrein is verantwoordelijk voor alle functies die te maken hebben met ons voortbestaan zoals hartslag, ademhaling, spijsvertering en lichaamstemperatuur. Alle zaken die pasgeboren baby’s al kunnen zonder dat zij zich dit bewust zijn (van der Kolk). Dit deel van het brein is dag en nacht actief. Het reptielenbrein vormt samen met het limbische brein onze “lijfwacht”.

De samenstelling en chemie in de subcortiale hersenen zijn eenvoudiger van aard dan die van de neocortex en beoordelen de binnengekomen informatie veel grover dan ons rationele brein dat kan met het risico van aansturen van overhaaste ondoordachte acties.

[/vc_column_text][vc_column_text]Bereiken versus vermijden
Van nature hebben mensen een bepaalde voorkeur, of soms een combinatie van beide, voor een beweging ‘weg van pijn en gevaar’ of een beweging ‘naar veiligheid en vertrouwen’.[/vc_column_text][vc_single_image image=”24956″ img_size=”” alignment=”center”][vc_column_text]Ongeveer 60% van de mensen heeft een vermijdende stijl, 25% lijkt gemotiveerd te zijn en het overige gedeelte is gemengd. Het grote verschil in deze geconditioneerde denkrichtingen is het soort hormoon dat hierbij vrijkomt.

Mensen met een (onbewust) vermijdende denkrichting neigen hun acties vanuit angst in te zetten. Ook is er een gevaar dat deze groep “onbewust” energie haalt (Van der Kolk) uit de herbeleving van hun negatieve ervaring en neigen tot het voortdurende kijken naar de gebeurtenis. Volgens Van der Kolk geeft dit de betrokkene het gevoel van “leven”. De herbeleving activeert het alarmsysteem in hersenen, de bijbehorende stresshormonen komen vrij en dit kan een verslavende manier van zingeving worden. De hormonen adrenaline en cortisol zijn de hormonen die ons lichaam in de actiestand zetten. Dit gebeurt in een fractie van een seconde. Adrenaline is direct in het lichaam voelbaar, vloeit na de actie ook gelijk af en het lichaam komt weer tot rust.

De overdosis aan stresshormonen, die bij beleving in het moment en tijdens de herbeleving stroomt heeft op langere termijn een verwoestend effect op de gezondheid. Wanneer er langdurig veel stress ervaren wordt dan produceert het lichaam veel adrenaline. Dit kost het lichaam maximaal aan energie en de stoffen om je goed te voelen zoals dopamine en serotonine worden te weinig aangemaakt. Dit heeft o.a. tot gevolgd dat iemand zich of heel actief voelt zolang de adrenaline stroomt maar futloos voelt door het gebrek aan o.a. dopamine. Dopamine heb je nodig om scherp te blijven en overzicht te kunnen houden en je goed te voelen. Bij de vermijdende stijl zet de overproductie van stresshormonen en de onderproductie van o.a. dopamine de denkcapaciteit van de neocortex sterk onderdruk waardoor er minder goede beslissingen genomen kunnen worden. Het verraderlijke hierbij is dat je wel denkt dat je uiterst weloverwogen beslissingen kunt nemen en neemt.

Cortisol (Ogden) is het tweede stresshormoon en wordt via de hypothalamus-hypofyse-bijnier-as (HPA-as) gegenereerd. Cortisol wordt periodiek afgegeven en bij een stresspiek volgt er een extra dosis. Het beschermt het lichaam tegen de schadelijke effecten van stress en daarnaast is het nodig voor mentale en lichamelijke prestaties. Cortisol zorgt voor aanmaak van suiker, verhoogt spierspanning en heeft invloed op hartkracht en bloeddruk.

Cortisol is in gezonde dosis altijd in het lichaam aanwezig. Cortisol blijft na de stresspiek langer in het lichaam actief. Zolang er balans is tussen stress en herstel krijgt de cortisol de gelegenheid om af te vloeien. Acute stress wordt gereguleerd door het autonome zenuwstelsel en is niet direct schadelijk voor de gezondheid en heeft maar kort invloed op cognitie. Is er geen balans dan ontstaat er chronische stress door de stapeling van cortisol in het lichaam en dat resulteert in allerlei lichamelijke en mentale klachten. Je immuunsysteem verzwakt. Kortom, van te veel cortisol in je lichaam wordt je geestelijk en lichamelijk ziek. Volgens recent onderzoek (van der Kolk) zijn tot wel 90% van de fysieke klachten stress gerelateerd. Onderverdeeld in fysieke stress door trauma (ongeval), chemische stress (omgeving) en de emotionele stress.[/vc_column_text][vc_column_text]Wat je denkt is waar
Het maakt niet uit wat je denkt, voor je brein is alles waar. Waarbij negatieve gedachten net zo krachtig zijn als positieve gedachten. Wat we ons verbeelden heeft direct invloed op onze fysiologie. Wat je voedt dat groeit. Dat geldt ook voor gedachten die negatieve stresshormonen genereren. Lipton stelt dat het niet zo is dat je door de negatieve gevoelens heen moet voor het verwerkingsproces. Juist door over negatieve gevoelens te praten zet je ze “aan”.

De herbeleving van de gevoelens wordt soms nog heviger ervaren dan de gevoelens tijdens de gebeurtenis zelf. De gebeurtenis heeft een begin en een einde. De herbeleving kan eindeloos en opnieuw doorgang vinden (Van der Kolk).

Bij mensen met een (onbewust) bereikende denkrichting maken automatisch de gezonde hormonen aan. Oxytocine, dopamine, serotonine en endorfine worden ook wel de levenssappen genoemd. Mensen met dit denkpatroon blijven minder hangen in vervelende gebeurtenissen en halen hun energie meer uit het nu en hun doelen voor de toekomst. Beslissingen die genomen worden hebben een grotere kans op houdbaarheid daar ze vanuit een gezonde overtuiging genomen kunnen worden.
Het model in denkrichtingen wil overigens niet impliceren dat mensen met een bereikende denkstijl geen stress ervaren. Zij zullen hier echter volgens onderzoek (Ogden, van der Kolk) eerder van herstellen.

Autisme is topsport
Mensen met autisme zijn stressgevoelig. Zeker in de huidige tijd waarbij er een enorme druk ligt op prestatie en het fitten in een systeem brengt dit voor mensen met kwetsbaarheden veel uitdagingen met zich mee. Gezien de wetenschappelijke bewijzen die er inmiddels zijn rond stress en de invloeden hiervan verdient het aanbeveling om ook vanuit de werking van de stresssystemen naar autisme te gaan kijken, meer in te zetten op stressreductie en passende interventies door de persoon zelf dan in of naast het structuren en prikkelarm maken van de omgeving. Het is overigens niet de makkelijkste manier. Niet voor behandelaars, therapeuten en coaches en niet voor de persoon zelf. Het is een individuele manier. Je kunt niet meer stellen: ‘Dit is autisme’. Iedereen ervaart stress op eigen wijze en daarmee zijn of haar vorm van autisme. Het vergt kennis van de materie, zelfkennis, motivatie en een voortdurende alertheid. Stressreductie en passende interventies zorgen voor onafhankelijkheid, zelfsturing, een verbeterde gezondheid en daarmee voor levensgeluk.

Autisme is topsport!

Marjon Kuipers
Bron: Autisme Academie

[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][gem_divider margin_top=”10″][/vc_column][/vc_row]